Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [47]Vrees niet [48]voor haastigen schrik, noch voor de [49]verwoesting [50]der goddelozen, als zij komt. 47. Het is een bevel, inhoudende ene belofte, gelijk boven vs.3,4; idem, hfdst.4 vs.4, en hfdst.7 vs.2, en hfdst.9 vs.6. Zie Ps.37:3. Daarom vertalen sommigen deze woorden aldus: Gij zult niet vrezen voor een haastige verschrikking, enz., maar de overzetting, die in den tekst is, komt met het Hebreeuwse woord al beter overeen. De zin is dat de liefhebbers de wijsheid niet zullen behoeven te vrezen voor, enz. 48. Hebreeuws, van schrik haastelijk; dat is, die haastig is, of onverwacht komt; alzo onder hfdst.15 vs.24, van de hel, of het graf onder, of beneden; dat is dat onder of nederwaarts is. 49. Zie Ps.35:8, en boven hfdst.1 vs.27. 50. Dat is, die de goddelozen onder de vromen zoeken aan te richten; of liever: die den goddelozen door Gods rechtvaardig oordeel overkomen zal.